
Bereiding
- 1 Smelt de boter in een steelpannetje en laat afkoelen. Splits de eieren. Warm het water met de melk op tot lauw en verkruimel er de gist in. Laat deze oplossen.
- 2 Doe het gistmengsel in een mengkom en voeg de eierdooiers toe. Meng en voeg geleidelijk aan het bakmeel toe. Klop totdat er geen klonters meer zijn.
- 3 Voeg een snufje zout en de vanillesuiker toe. Doe er nu ook de boter bij en meng. Het deeg is redelijk vloeibaar, wat normaal is.
-
4
Dek de mengkom af met een verse theedoek en laat ongeveer 1 u rusten op een warme plek.
- 5 Klop het eiwit op en meng geleidelijk aan door het beslag.
-
6
Vet het wafelijzer in met wat arachideolie en zet op de hoogste stand. Schep met een pollepel het deeg in het wafelijzer en draai om. Laat de wafels zo’n 8 minuten bakken tot ze goudbruin zijn.
- 7 Serveer meteen. Extra lekker met wat vers geklopte slagroom en bloemsuiker!
Brusselse wafels
Van heinde en verre komt men naar onze hoofdstad afgezakt om Brusselse wafels te proeven. Typisch aan Brusselse wafels is dat ze rechthoekig, krokant en luchtig zijn. Ze werden voor het eerst opgediend midden 19de eeuw in de chique Brusselse koffiehuizen. Er was toen net een nieuw gietijzeren wafelijzer op de markt waarmee wafels sneller en à la minute gebakken konden worden. De Brusselse wafel was geboren!